Fioen Blaisse (1932-2012)

SCHRIJDENDE DANSERES
1979-1980 | brons
bruikleen Beelden aan Zee, Den Haag

Na een opleiding tot tekenleraar kwam Fioen Blaisse in 1958 op voorspraak van beeldhouwer Ben Guntenaar op het Amsterdamse Instituut voor Kunstnijverheid terecht. In 1961 behaalde ze haar diploma. Ze vond een atelier in de Derde Wittenburgerdwarsstraat, waar ook Cor Hund, Jan Meefout, Theresia van der Pant en Arie Teeuwisse hun werkplaats hadden. De uitvoering van een traditionele dans door Berber-vrouwen tijdens een reis naar Tunesië in 1970 gaf haar een onderwerp voor het leven. De dans zelf wilde Blaisse niet weergeven. Dat vond zij te illustratief. Haar bronzen danseressen verbeelden de momenten van spanning voordat het dansen begint.

Hans Bayens (1924-2003)

JONGEN MET TROMMEL
1969 | brons
bruikleen Beelden aan Zee, Den Haag

Tijdens en direct na de Tweede Wereldoorlog kreeg Hans Bayens beeldhouwles van Leo Braat in Amsterdam en Gijs Jacobs van den Hof in Arnhem. Van 1946 tot 1949 volgde hij een opleiding tot schilder aan de kunstacademie van Antwerpen. Schilderen werd zijn hoofdvak, maar daarnaast zou hij altijd blijven beeldhouwen. Zijn literaire interesse blijkt uit monumenten voor schrijvers als Herman Gorter, Multatuli, Nescio en Theo Thijssen. Bayens’ stijl wordt omschreven als impressionistisch. Zijn geboetseerde figuren komen heel natuurlijk over. Dat geldt ook voor deze kleine trommelaar, die verbaasd lijkt over de muziek die hij zelf maakt. Een ander exemplaar van het beeld staat in Laren.

Cor Hund (1915-2008)

WILLY MET HET MANDJE
1958 | brons
bruikleen Beelden aan Zee, Den Haag

De Amsterdamse beeldhouwer Cor Hund werd tijdens de Tweede Wereldoorlog opgeleid aan de Rijksakademie. Tussen 1948 en 1981 gaf hij er zelf les. Hij gold als een groot talent, maar door twijfel en zelfkritiek bleven opdrachten vaak steken in de ontwerpfase. Hij had een voorkeur voor onderwerpen uit de privésfeer. Willy met het mandje stelt zijn echtgenote Willy Smit voor, die ook kunstenaar was. Het is een alledaags tafereel dat door zijn grote vanzelfsprekendheid toch iets heroïsch krijgt. Hund maakte het beeld in 1958 tijdens een zomercursus bij de Italiaanse beeldhouwer Giacomo Manzú in Salzburg.

Maja van Hall (1937)

Maja van Hall werd opgeleid aan de Koninklijke Academie in Den Haag en de Rijksakademie in Amsterdam. Met haar beelden probeert ze gevoelens tastbaar te maken. De stijl van werken laat ze afhangen van het onderwerp. De stap dateert van kort na het overlijden van haar dochtertje Eva in 1974. Ondersteund door een keukenstoel zonder zitting zet een kind zijn eerste wankele stapjes in het leven. Een krans van vliegende vogels rond het hoofd symboliseert de vrijheid om te kunnen gaan en staan waar je wilt. De blik is omhoog gericht, naar het niveau van de volwassenen. Ondanks de tragische aanleiding getuigt het beeld van grote wilskracht en verwondering.